Organisatie
Pensioenfonds Kappers heeft een bestuur, een verantwoordingsorgaan en een raad van toezicht. Samen zetten ze zich in voor het pensioen van de mensen in de sector.
Bestuur zorgt voor je pensioen
In het bestuur zitten vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties en pensioengerechtigden. Het bestuur:
- bepaalt het beleid;
- voert de pensioenregeling uit;
- neemt besluiten over jouw pensioen, bijvoorbeeld of je pensioen wordt verhoogd of verlaagd.
- De heer T. van der Rijken
Bestuurslid namens werkgevers (ANKO) - Mevrouw R. van Ewijk, werkgeversvoorzitter
Bestuurslid namens werkgevers (ANKO) - De heer H. Roeten
Bestuurslid namens werknemers (CNV Vakmensen) - De heer E.P. de Vries
Bestuurslid namens werknemers (FNV Mooi) - De heer G.E. van de Kuilen, werknemersvoorzitter
Bestuurslid namens pensioengerechtigden - De heer G.L. Sirks
Onafhankelijk bestuurslid
Verantwoordingsorgaan adviseert het bestuur
In het bestuur zitten vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties. Het verantwoordingsorgaan:
- adviseert het bestuur over het beleid;
- beoordeelt of het bestuur het beleid goed heeft uitgevoerd.
- Mevrouw K. Boekhorst
Namens werkgevers - De heer J.W.M. Kerstens
Namens pensioengerechtigden - De heer B. van Raaij
Namens deelnemers
Raad van toezicht controleert het bestuur
In de raad van toezicht zitten 3 leden. De raad van toezicht:
- houdt toezicht op het pensioenfonds en het bestuur;
- controleert of het bestuur zich aan het afgesproken beleid houdt.
- De heer R. Beil
- De heer P. van Gameren
- Mevrouw H. de Graaf
Beloningsbeleid
Pensioenfonds Kappers kent een beloningsbeleid (pdf) voor het bestuur.
Pensioenfonds Kappers houdt zich aan Verordening (EU) 2019/2088 van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiële dienstensector (SFDR). Het beloningsbeleid van het fonds zet niet aan tot het nemen van buitensporige risico’s in verband met duurzaamheidsrisico’s. Een op grond van het beloningsbeleid toegekende beloning is niet afhankelijk van het al dan niet nemen van duurzaamheidsrisico’s.